N.B. De onderstreepte stukjes beschrijven wat in het verhaal direct vooraf ging.
Ik schrijf De Vloeibare Tijd als feuilleton. Drie delen zijn inmiddels als boek uitgegeven. In mijn blog publiceer ik momenteel het vierde deel.
WAAROVER GAAT DE VLOEIBARE TIJD EN WAT GING VOORAF?
De roman De Vloeibare Tijd speelt in Amsterdam en gaat over het verglijden van de tijd van de jaren zestig tot heden en de belevenissen van drie jeugdvrienden in deze periode. Mark is een interim-bestuurder in de zorg, Toon een dubieuze ondernemer en Daniël een mathematicus.
Het verhaal begint in het penthouse van Toon in het Red Light District van Amsterdam, een paar dagen voordat de eerste Lockdown voor Covid wordt afgekondigd. Mark revalideert daar in een rolstoel van een ongeluk. Hij ontvangt er een flessenbrief van Toon, die samen met zijn zus Sylvia spoorloos is verdwenen. Toon blijkt met malaria in een hut in de Cambodjaanse jungle te liggen, terwijl Sylvia niet ver daar vandaan in een klooster verblijft.
Vanuit het raam van het penthouse beschouwt Mark met verbazing en met humor de gevolgen van Amsterdams Derde Gouden Eeuw. Hij heeft uitzicht op de ruïne van Het Paleis der Zuchten, waar het erotisch imperium van Toon en zijn vrouw, de Meesteres Tanja, was gevestigd. In het appartement krijgt hij dagelijks bezoek van de zoon van Toon: Casper, een millennial die zich bezighoudt met kunstmatige intelligentie. In hun gesprekken is het verschil tussen Amsterdam van nu en de jaren zestig een terugkerend thema. Hij is getrouwd met Liliane die advocate is.
Casper besluit naar Cambodja te gaan om met behulp van een van de monniken zijn vader te zoeken, maar weet niet dat op hetzelfde moment Sylvia op de terugweg naar Amsterdam is.
Casper wordt in Cambodja gekidnapt. De ontvoerders eisen een hoog losgeld. Daarvoor moeten de panden van zijn vader worden verkocht, wat alleen maar kan als er een bewijs is dat deze niet meer leeft. Om de problemen op te lossen en met de ontvoerders te onderhandelen reist Liliane, de vriendin van Casper, hem achterna. In het nieuwe Hoofdstuk De Loopbrug is zij thuis haar reis aan het voorbereiden.
Mark vindt het dagboek dat hij heeft geschreven voor Sylvia, die lange tijd zijn geheime minnares was. Omdat zij was getrouwd met Daniël en de zus van Toon is, vormt zij de schakel tussen de drie jeugdvrienden.
In het VORIGE HOOFDSTUK leest Mark in het dagboek (1969) hoe hij met Sylvia op weg is naar Daniël, die één van de bezetters van het Maagdenhuis is. Zij lopen via het door hippies bezette Vondelpark en komen er Maurice tegen, terwijl zij genieten van het optreden van schaars geklede meisjes, die in grote doorzichtige ballonnen over het water dansen; ze bewonderen de Vlinderopera van de Insekten Sekte en zingen mee met de muziek van de Hare Krishna volgelingen.
Aan de hand van brieven over en weer, het lezen van het dagboek en herinneringen, zien we wat de drie jeugdvrienden hebben meegemaakt en leren we hen beter kennen. In de eerste drie delen komen we zo meer te weten over hun gemeenschappelijke jeugd en het begin van hun studententijd in de jaren zestig. In die periode slaagt Toon erin een tijdelijk huurcontract met de gemeente af te sluiten voor een voormalig industrieel complex, gelegen tussen de Oudezijds Achterburgwal en de Oudezijds Voorburgwal. In dit complex bevindt zich een anarchistische commune waarbij Mark zich aansluit en van waaruit hij niet veel later een Jongeren Project voor weglopers begint. Daniël woont er in een Aksiegroep en Toon opent er de galerie Hoonland.
Later zal hij hier met Tanja het Paleis der Zuchten realiseren, terwijl Amsterdam transformeert van een City of Love via een Vrijstaat van krakers naar een internationale metropool.
LEES HIER HET TWEEDE HOOFDSTUK VAN DEEL 4: https://bit.ly/DeLoopbrug
Recente reacties